sei quis havet nostro conferre dolo

sei quis havet nostro conferre dolore(m) / adsit nec parveis flere que ad lachrymis. / Quam coluit dulci gavisus amore puella(m) / [hic locat] infelix, unica quei fuerat / [donec complevit] fatorum tempora, Numphe / [nunc erept] a domu cara sueis tegitur. / [Omne decus vult]us et eo laudata figura / [umbra levis nun]c est parvos et ossa cinis.

Resultaten (Nederlands) 1:

zes die onze bijdrage pijn (m) / s zijn geen parveis huilen tranen. / Hij geserveerd met zoete blij liefde meisje (m) / [Hij biedt zijn] ongelukkig, een waarmee hij / [als u klaar] Fates keren, mindere hemelse / [inmiddels afgeleverd] uit het huis van kostbaarheden sueis is voorbij. / [Alle gouden hij wil] ons, en het werd geprezen door de mode / [lichte schaduw en rapporten] C is klein en de botten en as.