ille atomos quas appellat, id est c

ille atomos quas appellat, id est corpora individua propter soliditatem, censet in infinito inani, in quo nihil nec summum nec infimum nec medium nec ultimum nec extremum sit, ita ferri, ut concursionibus inter se cohaerescant,ex quo efficiantur ea, quae sint quaeque cernantur omnia, eumque motum atomorum nullo a principio, sed ex aeterno tempore intellegi convenire.

Resultaten (Nederlands) 1:

atomen, die hij noemt, dat wil zeggen, vanwege de stevigheid van de lichamen van individuen onvermijdelijk in een oneindige lege ruimte, waarin we noch de laagste of de hoogste, noch tussenliggende of uiteindelijke, noch extreem is, zo te dragen, teneinde samenhangen bij botsingen met elkaar, waarvan mensen gemaakt dingen die bestaan ​​en die kunnen worden gezien alle dingen, en houden van het in geen beweging van atomen vanaf het begin, maar de tijd om te begrijpen van alle eeuwigheid tot elkaar komen.