13
I, Willem, graaf van Holland, John Castellan van Brugge, de heer van Nesle, Sigerus kastelein van Gent, Bernardus de Rosbais bekend te zijn bij alles wat we willen, dat de vader van de Winghines Fremaldus, Walter de Sobrenghiem, Roger de Gistel, Giselinus zijn broer, Walter de Rolenghiem, Willem van gemaakt het huis, Richoardus van de vos, Haket de Rideruorde, Eustace Gembruge ostagiauerunt Winghines, en twee van zijn broers, Roger, en Lambekinus de Winghines Giselinus de Winghines, en een slaaf die werd gearresteerd met hen, Giselino Le truitur, de graaf van over al zijn goederen aan de Heer, op een zodanige wijze dat binnen een week na de dag van de heer graaf van hen, Roger, en de reeds genoemde, dat wil zeggen van hun broeders, de dienaar van degenen die met hen waren, en Winghines in beslag is genomen, Giselinun, keren ze terug, in de gevangenis waarin hij hem opgeroepen voor de manier waarop ze zijn, ze zijn gebonden om terug te komen en opnieuw in te voeren. Maar als ze niet dezelfde of op een andere plaats van de hierboven genoemde Ostagii naar de gevangenis, waar de Heer komt, zou niet doet, kan hij, zijn gebonden om binnen te komen, en verder, de Heer komt naar hem toe en daarna aan alle goede dingen die ze zouden moeten vasthouden, en als hij die door hemzelf of door zijn brieven octrooi, of door ze summonuerit zeker nu hij is . En als dit is om een tarief, en versterkt conuentiones hebben, de bijgevoegde van onze huidige charter bevestigd we het veilig. Gedaan te op de dag van St. Martin, op de vrijdag Malea ° 200 ° in het tiende jaar van de Heer 1000. De conuentionis getuigen en niet Ostagii.
Wordt vertaald, even geduld aub..