Galius et Lucius ante basilicam lul

Galius et Lucius ante basilicam luliam sedent et Quintum exspectant.
Ludunt, nam ludere amicis semper placet.
Lucius : 'Quintus venire cessat. Cur basilicam non intramus?
Pater Quinti, patronus causae, iam dicit.'
Tum Quintum vident. Dum basilicae appropinquat, epistulam legit.
Gaius: 'Salve, amice! Cur cessas? Properare debemus.'
Quintus: 'Salvete, amici! Iam propero, sed epistulam lego epistulam Flaviae.'

Resultaten (Nederlands) 1:

Zitten in de voorkant van de kerk van de Juliaanse en Gallus, en Lucius, Quintus, kijken ernaar uit om.
Het spel, want het is altijd om vrienden te spelen.
Lucius: "vijf, niet van toepassing. Waarom niet in de hal?
Het is duidelijk die is de patroonheilige van de oorzaak, nu hij zegt. '
Dan is de vijfde keer. Bij het naderen van de basiliek, de brief leest.
Gaius: 'Welkom, vriend! Waarom denk je aarzelt? We moeten ons haasten. '
De vijfde: 'Gegroet, vrienden! Nu, in een haast, maar de brief las de brief Flavia. '