op de weg, een boer, die ging naar de markt, is er een nauwe uitoefening van de handelaren op de rijke man, die droeg met hem veel van de munten * (2) met deze, net als mannen vaak doen, door middel van gesprek, als zij gingen * (3) vanaf het moment dat het geschiedde, dat zij wenste een reis van vriendschap te maken..; . * (4) in dezelfde herberg, draaide zich om, en terwijl ze ziet een winkelier, samen gegeten. * (5) nadat hij aan tafel gingen zitten. * (6), maar de man niet rustig blijven een.
Wordt vertaald, even geduld aub..
