Helvetii iam per angustias et fines

Helvetii iam per angustias et fines Sequanorum suas copias traduxerant et in Haeduorum fines pervenerant eorumque agros populabantur. Haedui, cum se suaque ab iis defendere non possent, legatos ad Caesarem mittunt rogatum auxilium : ita se omni tempore de populo Romano meritos esse ut paene in conspectu exercitus nostri agri vastari, liberi [eorum] in servitutem abduci, oppida expugnari non debuerint. Eodem tempore quo Haedui Ambarri, necessarii et consanguinei Haeduorum, Caesarem certiorem faciunt sese depopulatis agris non facile ab oppidis vim hostium prohibere. Item Allobroges, qui trans Rhodanum vicos possessionesque habebant, fuga se ad Caesarem recipiunt et demonstrant sibi praeter agri solum nihil esse reliqui. Quibus rebus adductus Caesar non expectandum sibi statuit dum, omnibus fortunis sociorum consumptis, in Santonos Helvetii pervenirent.

Resultaten (Nederlands) 1:

De Helvetii hadden hun krachten over door de smalle defile geleid en het grondgebied van de Sequani was aangekomen op het grondgebied van de Aedui, en werden teistert hun land. Aedui, omdat ze zichzelf en hun bezittingen tegen hen niet kon verdedigen, sturen gezanten naar Caesar om hulp te vragen, had dus te allen tijde zo welverdiende van het Romeinse volk aan de verwoesting van hun land zijn bijna in het zicht van ons leger, de vrije [van hen] weg geleid te worden in slavernij-hun steden bestormden, was er geen behoefte. Op hetzelfde moment de Ambarri, de vrienden en verwanten van de Aedui, geïnformeerd Caesar dat de velden was verwoest, aan het geweld van de vijand te stoppen van hun steden: het was niet gemakkelijk. De Allobroges ook, die dorpjes en bezittingen had aan de andere kant van de Rhône, begeven zich in de vlucht aan de keizer, en hem te verzekeren dat ze hadden niets overgebleven, behalve de bodem. Caesar, veroorzaakt door deze omstandigheden, besloot hij niet zo lang te wachten, na het vernietigen van alle eigendommen van zijn bondgenoten, moet komen onder de Santones de Helvetii.