Wat mij betreft, ik ben gewend aan aandacht te besteden aan, opdat hij mij kan leren, uit zijn of haar eigen werkelijkheid en dat niemand anders aanwezig is, waardoor de vrij om zichzelf te spreken is, en om te handelen in strijd met de rede, dat de persoon doen wat hij dacht van zijn positie en zijn eigen: maar hij was gegaan, de drie personen van de en met een perfecte eerlijkheid, mijn, je tegenstander en de scheidsrechter. Welke plaats is er een dergelijke persoon, om te bewijzen meer behulpzaam dan gênant ik besluit om te bespreken; waar er meer kwaad dan goed ik geheel te verwerpen en uitgeworpen. [103] Zo is het me lukt om te bedenken wat te zeggen en een andere op een ander moment, zal ik zeggen; die de twee meeste vertrouwen op het talent tegelijkertijd dat ze; maar in ieder geval diezelfde individuen zou zeker spreken, om na te denken, als om een gelegenheid te nemen, een andere voor het spreken. [
Wordt vertaald, even geduld aub..