tertia dum Latio regnantem viderit

tertia dum Latio regnantem viderit aestas, 265
ternaque transierint Rutulis hiberna subactis.
At puer Ascanius, cui nunc cognomen Iulo
additur,—Ilus erat, dum res stetit Ilia regno,—
triginta magnos volvendis mensibus orbis
imperio explebit, regnumque ab sede Lavini

Resultaten (Nederlands) 1:

. Hij ziet de uitspraak in Latium, terwijl de derde zomer, na de verovering van de winter kwartalen van het Rutulians 265
ternaque zal zijn heengegaan
Maar de jongen Ascanius, aan wie het nu wordt toegevoegd aan de achternaam Iulus
,-beginnen zijn, stond ze zo lang als het koninkrijk, -

dertig grote cirkels van rollend maanden zal hij zijn imperium te vullen, en de heerschappij van de Zit Lavinium