Huc usque, me miseram!Rem bene cela

Huc usque, me miseram!
Rem bene celaveram
Et amavi callide.


Res mea tandem patuit,
Nam venter intumuit,
Partus instat gravidae.

Hinc mater me verberat,
Hinc pater improperat,
Ambo tractant aspere.

Sola domi sedeo,
Egredi non audeo
Nec inpalam ludere.

Cum foris egredior,
A cunctis inspicior,
Quasi monstrum fuerim.

Cum vident hunc uterum,
Alter pulsat alterum,
Silent, dum transierim.

Semper pulsant cubito,
Me designant digito,
Ac si mirum fecerim.

Nutibus me indicant,
Dignam rogo iudicant,
Quod semel peccaverim.

Quid percurram singula?
Ego sum in fabula
Et in ore omnium.

Ex eo vim patior,
Iam dolore morior,
Semper sum in lacrimis.

Hoc dolorem cumulat,
Quod amicus exulat
Propter illud paululum.

Ob patris saevitiam
Recessit in Franciam
A finibus ultimis.

Sum in tristitia
De eius absentia
In doloris cumulum.

Resultaten (Nederlands) 1:

tot op dit punt, ik een arme stakker! verborgen een ding goed

en ik hield van smart. is duidelijk eindelijk een ding in mijn


,
voor hun buik is opgezwollen,
tot geboorte, drachtige koeien geven.

slaat me om de moeder van de ene kant, aan deze kant, de vader van de man in de tanden
,
beiden omgaan met goed of slecht. Ik zit alleen thuis



Ik durf niet naar buiten, niet inpalam spelen. verlaten buitenland


kijken helemaal niet, alsof ik een monster was.

als ze zien dat de baarmoeder, een slaat de ander, stil, tijdens het oversteken. '
wordt altijd kloppen ellen, voor mij te wijzen met de vinger
,
alsof het wonder het zal doen.

knikt naar mij om aan te geven, vraag ik ze beschouwen het waard
,
wat hij zodra hij zondigt.

wat via hen een?

Ik ben in het spel en in de mond van allen.

uit het feit dat ik last van geweld, was nu bijna dood ervaring
,
blijven altijd in tranen.

deze pijn het zich ophoopt,

dat een vriend gaat in ballingschap wegens die voor een tijdje.


wegens wreedheid van zijn vader en trok terug naar Frankrijk
van de uiteinden van uitersten.

Ik ben in het verdriet van de

In de pijn van zijn afwezigheid de heap.