15. Sed nusquam eum invenimus. Tota

15. Sed nusquam eum invenimus. Totam per silvam eum petebamus. Postremo servus
16. Pellaeus clamorem audivit et paludem conspexit. Filius meus in paludem ceciderat.
17. Caput pueri vix aquam superabat. Pellaeus eum incolumem e palude extraxit.
18. Gratissimus eram. Ob eam causam Pellaeo pecuniam tribui. Sic servus se sua pecunia
19. redimere potuit.’ ‘Te beatum praedico’, dixit Plinius. ‘quod filius incolumis est, sed etiam
20. magis quod tam humanus es: servum tuum ad libertatem vocavisti.’

Resultaten (Nederlands) 1:

15., Vinden we Maar ze waren hem nooit. Al het hout was hij waarschijnlijk. Tenslotte, de slaaf
16. Pella het hoorde het lawaai en oog kreeg het moeras. Mijn zoon is in het moeras dat ze was gevallen.
: 17. Hoofd van de jongen nauwelijks boven het water. Pella hem veilig, getrokken uit het moeras.
18. Ik was erg dankbaar. Om die reden ze geld Pella aan de stam. Op deze manier, een slaaf van zichzelf aan zijn eigen geld
19. er een te kopen. " 'Ik predik u, o gezegende', zei hij Plinius. 'De Zoon is veilig, maar ook
20. temeer omdat het menselijk zo goed als u zijn:. uw dienaar, om vrijheid "