Pulchra es, amica mea, suavis et decora filia Jerusalem. Terribilis ut castrorum acies ordinata. Averte oculos tuos a me, quia ipsi me avolare fecerunt.
Gij zijt schoon, Mijn vriendin, gelijk Thirza, liefelijk als Jeruzalem. Verschrikkelijk als een leger met banieren. Wend uw ogen van mij, want zij hebben mij wegvluchten.