1 Quis sine querella moritur? Quis

1 Quis sine querella moritur? Quis extremo die dicere audet: "Vixi et quem
2 dederat cursum fortuna peregi"? Quis non recusans, quis non gemens
3 exit? Atqui hoc ingrati est: non esse contentum praeterito tempore.
4 Semper pauci dies erunt, si illos numeraveris. Cogita non esse summum
5 bonum in tempore. Quantumcumque est, boni consules. Ut prorogetur tibi
6 dies mortis, nihil proficitur ad felicitatem, quoniam mora non fit beatior
7 vita, sed longior.

Resultaten (Nederlands) 1:

1 die sterft zonder klacht? Wie op zijn laatste dag durft te zeggen: "Ik heb geleefd en wie ze
de cursus die fortuin gaf 2 klaar zijn "? Wie niet krimpen, en met klaagzangen
3 uit te komen? En toch is het een ondankbare man: niet te worden voldaan in het verleden.
4 dagen zal altijd weinig zijn, als je ze tellen. Geven dat je grootste
goed in de 5 tijd. Het maakt niet uit hoeveel is goed. Worden uitgesteld, je
6 dagen van de dood, is geen voordeel voor geluk, wordt het alleen gemaakt dat de vertraging niet
7 leven, maar langer.