Het begin van mijn werk met de tijd toen Servius Galba was consul voor de tweede keer Vinius. Voor de eerdere periode van acht honderd en twintig jaren na de stichting van de stad, hebben veel auteurs behandeld, en terwijl het omgaan met het Romeinse volk, schreven ze met gelijke welsprekendheid en vrijheid: Na het conflict bij Actium, en om vrede, alle bevoegdheid moet één man, deze grote intellect overleed zijn; op hetzelfde moment van de waarheid is in veel opzichten, voor het eerst, door onwetendheid van de republiek, niet relevant waren, of hun hartstochtelijke wens om de andere kant, de haat van hun meesters te vleien, dus tussen de vijandschap van een en de slaafsheid noch had enig respect voor het nageslacht. maar de ambitie van een writer's vleierij, een gewillig oor voor afleiding en ondanks; omdat vleierij impliceert de schandelijke toerekening van slaafsheid, terwijl malignity draagt de valse schijn van eerlijkheid. Galba, Otho, Vitellius, hetzij van uitkeringen of van verwondingen aan mij. waardigheid werd begonnen door Vespasianus, aangevuld met Titus, nog verder gevorderd door Domitianus niet ontkennen, maar degenen die onschendbaar genegenheid of met haat belijden. dat als het leven lang genoeg, een regering van de Goddelijke Nerva en Trajanus, de kwestie opnieuw vruchtbaar en mijn oude dag, en zeer weinig geluk van tijden, toen we mogen denken wat we alsjeblieft, en wat we denken.
Wordt vertaald, even geduld aub..