pluto, deus inferorum, qui semper su terra habitat, puellam in currum rapit et cito cum ea in iferos redit. tunc terra clauditur sol occidit aves canere desinunt et ubique silentium fit
Pluto, de god van de onderwereld, die altijd zo woont op aarde, het jonge meisje in een auto met haar in het iferos grijpt ze, en snel terug. Dan is de gesloten einde en de zon vogels zingen overal stilte