Jippus en Jannica Jip en Janneke, Kennen dag dat we Allemaal (??) Een citaat: De bebaarde oom is mijn oom, zegt Jannica. Nou ja, zegt hij Jippus, ik ben er heel vier. Vier oom. Maar ik zei tegen mezelf, ik werd gebaard, zegt Jannica. Jippus overwinnen. Waar is hij nu? hij vraagt. Thuis zeggen wij Jannica, maar dat je uit dat, wanneer gezien? Ja, zegt de Jippus. Hij keek nooit naar zijn oom had een baard. Hij Jannicae pulvinisque zit op de bank thuis. Het is een enorme baard. Jippus een terroristisch misdrijf. Tutin hij Jippus? Hij vraagt haar oom. Kom hier, u. Ik heb een oom genaamd Paul. Bovendien Jippus voeten storingen. Houd in gedachten dat terroristische baard; Maar niemand durft toe te geven, uit angst dat Jannicae ignavulus gezien. Op ignavulus Jippus Zeker niet. Goedemorgen, mijn goede man, zegt de Jippus. Je mag me bellen pater Paul. Hallo, Paul, oom, zegt de Jippus, angstige stem. (...)
Wordt vertaald, even geduld aub..