Princeps duos filios habet. Cum eis filiis saepe itinera pulchra facit. Principis frater non filios habet. Itaque interdum in donum fratris sui it et cum filiis eius ludit. Hoc eis placet.
Prins heeft twee kinderen. Met deze trips hij vaak aan de zonen van een mooi gelaat. Prins broer heeft geen kinderen. En dus gaat ze en met de zonen van zijn broer soms, in de gave van zijn sport. Dit bevalt hen.