claudius autem in atrio amici umbra

claudius autem in atrio amici umbram conspicit et secum cogitat.
Ille domi est, sed me videre non vult.
redit maestus.
Postero die Marcus Claudium visere vult.
Ubi ianuam villae eius pultat, claudius ipse post ianuam clamat: non adsum!
At Marcus ridet: Hoc verum non est. Nonne vocem tuam audio? Aperi istam ianuam.
Claudius autem ei respondet: Verus amicus numquam fies.
Ubi ego heri ad te veni, servae tuae credidi. Tu autem mihi ipsi non confidis.

Redire.
maestus
visere

Resultaten (Nederlands) 1:

claudius, echter, de schaduw van een vriend in de rechtbank, en kan hij denkt over het.
Hij is thuis, maar wil niet om mij te zien.
Hij keerde terug naar erg zwaar.
Op de volgende dag, Marcus Claudius, hij wil zien.
Waar is de deur van zijn villa in de pultat, Claudius, nadat de deur, ik roep, ik ben niet!
Maar Marcus lacht: dit is niet waar. Niet je stem horen? Open deze deur.
Maar Claudius antwoordt:. Het was een echte vriend nooit zou je wordt
Waar ik gisteren was dat ik kom van mezelf, ik geloofde uw dienaar. Maar jij, mij alleen, niet gij vertrouwt. teruggaan. verdrietig om te zien