In het jaar van onze Heer 1440-vanaf zijn geboorte, dag van de week na de vijfde dag van de barmhartigheden van de Heer, de kerk, de aartsbisschop van Keulen Heilige Theodoric Theodoric van Bronckhorst een gulle man, heer van Bathenborgh en van Anholt, gronsvelt en Ringberghen, per brief, werd gevraagd om dit te doen, zoals werd gezegd in de stad van zijn heerschappij, en de Heer één namens de decaan en twaalf kanunniken van de collegiale kerk Batenborgh vruchten, huurprijzen en opbrengsten zou worden gebaseerd op de staat die voor de montage van het zelfde, in wiens stichting die hij in hun stad waarvan wordt gesteld dat de steun van de parochiekerk werd genoemd Dietrich van Bronckhorst en een paar andere kerkelijke beneficies in dezelfde, zo goed als in zijn heerschappij in de parochiekerk van hetzelfde bisdom, de kerk en de pastorie, een soort van een ander soort leider Gelrie Maasboemel onder de heerschappij van allemaal door Theodorik en zijn opvolgers van bestaande, en de erfgenamen van het recht van patronaat aan de voornoemde voor de tijd gescheiden te zijn van het, en die, wanneer de rechten van de parochiekerk, met de collegiale kerk in een collegiale en armen te worden opgericht geval echter, voor al zijn erfenis, en het inkomen van de genoemde decaan en canons, die zou kiezen om royaal en geven ook voor het kopen en waken over de huizen van de kanunniken en de decanen van hetzelfde, en de manansiones voor gebruik en woningen kopen en hij was bereid om bij te dragen was, indien het recht op bescherming van het decanaat, en anderen van de voordelen van de canonry en prebende bouwt kerken, zo vaak als ze zou moeten gebeuren vrij voor hen te zijn, en de heer van de voornoemde Batenborgh Theodorik en zijn erfgenamen en opvolgers in de eeuwigheid voorlopig worden gereserveerd.
Wordt vertaald, even geduld aub..