1) Op de weg, de boer, die op de markt was gekomen, dat hij ging, volgde hij een koopman, de rijke man, die droeg met hem vele munten. * (2) In het geval van dit, aangezien het meestal in de weg gesprek met hem. * (3) Hieruit geschiedde dat zij beide samen overgegaan wenste hen te doen. * (4) Daarom is in dezelfde herberg, en terwijl de herbergier echt zoals ze zijn, op hetzelfde moment had hij het avondmaal. * (5) op dezelfde plaats na het diner, zaten zij neder. * (6) Maar een man niet rusten. *
Wordt vertaald, even geduld aub..
