Subito Aeneas venti impetum sentit.

Subito Aeneas venti impetum sentit.
Circumspicit. Sol non iam lucet.
Nubes videt.
Ventos flare audit.
Fulmina quoquo videt.
Timet. Statim Troianos convocat.
Lubet eos vela contrahere.
Troiani parent.
Cito vela contrahunt.
Eheu. Iam venti navem iactant.
Iam undea obruunt.

Resultaten (Nederlands) 1:

Het geweld van de wind, voelt hij plotseling Aeneas.
Hij aanziet rondom. De zon schijnt niet meer.
Want de wolk ziet.
Hoort de wind te blazen.
Lightning, ook om te zien.
Hij is bang van. Trojans noemt onmiddellijk.
LUBET de zeilen.
De Trojanen verschijnen.
Zodra de zeilen contract.
Helaas. Al snel de wind gooien het schip.
Nu onder overweldigen.