'Gemmae meae',inquit, 'magnificae sunt. Nonne te delecant?' Cornelia primum tacet et tantum filios adspicit. Deinde:'Meae gemmae',inquit,'magis me delectant!'
'Mijn juwelen,' zei hij, 'zijn prachtig. delecant je niet? ' Cornelia is stil en alleen de eerste keer dat de kinderen zag. vervolgens: 'van mijn juweeltjes', zegt hij, 'mij veel vreugde mij!'