Amelia is een Vestaalse Maagden. Nu, dertig jaar in het hof van de tempel van Vesta leven. Claudia en Metella zijn meisjes. Onlangs heeft de Vestaalse maagden waren veel van hen. Emily ze uit van maagden leert mandaat. Voor de jonge vrouwen zegt: "Het gebod is voor ons om het vuur van Vesta houden. Want een vuur is altijd te branden, omdat het beschermt de burgers van Rome Vesta, terwijl het vuur brandt. Als het vuur brandt niet, ze kan niet de bescherming van de mensen. "Terwijl Emilia ver, de meisjes kijken naar de brand. Verwijdert stof, hout toe te voegen. Allereerst meisjes hetgeen daartoe doen. Emily weg voor een lange tijd. Ik ben moe van het houden van meisjes brand. Metella Claudia zegt: "Zeker, terwijl we kunnen. Vertrekken ' Het meisje liep naar de rechtbank. De zon is warm, de geur van rozen. De meisjes spelen. Het mandaat van verwaarlozing. Tot slot, Emily kwam. Ga direct naar de brand kunnen worden toegevoegd, maar alleen op het altaar van de as van leugens! Emilia meisjes noemt. Claudia en Metella komen. Te huilen, uit angst voor straf. De Pontifex Maximus. Aemilia as hem erop gewezen dat: 'Het is mijn schuld, het vuur is gedoofd.' De meisjes zwegen. Pontifex Maximus schreeuwt: 'Uw eigen schuld in Rome, zijn de burgers bedreigd. Daarom is de straf blijft voor u! 'Aemilia een handdoek, en hij zet ze op de sintels. Vesta, de godin ze bidt voor hulp. De godin van Emilia, geeft hij het signaal: want zie, de vlam oprijst uit de as! Linnen wordt verbrand. Nu de vlam groeit. Kort na, het vuur van Vesta, zoals altijd, zij worden verbrand. Voorwaar, lacht hij, de Paus: 'Aemilia, de godin je goed voor: hij ontslaat van de straf van u!'
Wordt vertaald, even geduld aub..
