Had 1. Besloten
2. had
3. noemen
4. zal
5. Schrikken
6. ducebatis
7. Heb gehoord
8. Kon
9. ze had uitgenodigd
10. Wij willen geen
11. doorstroming
12. Bel
13. Er waren
14. Je was
15. leidt
16. je bedoelt
17. we gingen
18. land en
19. Heb gehoord
20. geeft de voorkeur aan
Wordt vertaald, even geduld aub..