Restitit Aeneas claraque in luce re

Restitit Aeneas claraque in luce refulsit,
os umerosque deo similis; namque ipsa decoram
caesariem nato genetrix lumenque iuventae
purpureum et laetos oculis adflarat honores:
quale manus addunt ebori decus, aut ubi flavo
argentum Pariusve lapis circumdatur auro.

Resultaten (Nederlands) 1:

Forth stonden Aeneas stond weer, glanzend in het licht, straalde uit,
de mond van zijn god-achtige; T is zelfs
haar haar, jeugd is de biologische moeder van de goden en het licht van
een paarse en gelukkig ogen adflarat van eer,
om de kwaliteit van de hand geeft om nieuwe schoonheid, of de gele,
zilver of Parian marmer met goud.