de fratre aulomarcus et cornelia fr

de fratre aulo

marcus et cornelia fratrem habent, qui in urbe habitat.
urbs procul non est, et saepe aulus frater ex urbe in villam venit
et aliquamdiu apud patrem matremque manere solet.
marcus et cornelia aulum valde amant,
nec minus aulus fratrem et sororem amat.
dum pater materque dum avo in villa sedent,
subito clamorem ex horto audiunt.
'quis clamat?' avus rogat.

Resultaten (Nederlands) 1:

over haar broeder Aulus heb een broer, Marcus en Cornelia, die in de stad woont. De stad is niet ver weg, en kwam vaak in het land van de stad aul, de broer van zijn moeder om te verblijven met zijn vader voor enige tijd, en is gewend aan. Marcus en Cornelia zijn erg dol op Aulus, en niet minder aul, hij houdt van zijn broeder of om een zuster, . , terwijl zijn vader en moeder, terwijl zijn grootvader zitten in een kleine stad, opeens horen ze een schreeuw uit de tuin. 'Wie huilt?' grootvader vraagt.