Ad matrem veniebat Itys ; quid possit ab illo admonita est ; oculisque tuens immitibus: "A, quam es similis patri !" dixit. Nec plura locuta triste parat facinus
Kwam in zijn moeder Itys; eerder dan de andere, wat kan worden gevraagd; ogen grimmig en hard: "Ach, hoe als je vader" heeft gezegd. Nooit meer verdriet, is ze de voorbereiding van een misdrijf