Laten we onze kleding voor as en een zak te veranderen; Laten we snel en klaagzang voor de Heer:
voor groot van goedertierenheid is onze God, om onze zonden te vergeven. Volgens het voorhuis en het altaar wenen laat de priesters, en de Levieten, de ministers van de Heer, zeggende: Spare, o Heer, spaar uw volk; en niet af te schaffen de monden van roepende tot U, o Heer.
Wordt vertaald, even geduld aub..