Non potui amplius quicquam gustare,

Non potui amplius quicquam gustare, sed conversus ad eum, ut quam plurima exciperem, longe accersere fabulas coepi sciscitarique, quae esset mulier illa quae huc atque illuc discurreret.
" Vxor, inquit, Trimalchionis, Fortunata appellatur, quae nummos modio metitur. Et modo, modo quid fuit? Ignoscet mihi genius tuus, noluisses de manu illius panem accipere.
Nunc, nec quid nec quare, in caelum abiit et Trimalchionis topanta est.
Ad summam, mero meridie si dixerit illi tenebras esse, credet. Ipse nescit quid habeat, adeo saplutus est; sed haec lupatria providet omnia, et ubi non putes.
Est sicca, sobria, bonorum consiliorum: tantum auri vides. Est tamen malae linguae, pica pulvinaris.
Quem amat, amat; quem non amat, non amat. Ipse Trimalchio fundos habet, quantum milvi volant, nummorum nummos. Argentum in ostiarii illius cella plus iacet, quam quisquam in fortunis habet.
Familia vero -- babae babae! -- non mehercules puto decumam partem esse quae dominum suum noverit.
Ad summam, quemvis ex istis babaecalis in rutae folium coniciet.
Sed narra mihi, Gai, rogo, Fortunata quare non recumbit? Quomodo nosti –inquit- illam, Trimalchio nisi argentum composuerit, nisi reliquias pueris diviserit, aquam in os suum non coniciet.

Resultaten (Nederlands) 1:

Ik was niet in staat om nog meer te eten, maar werd wendde zich tot hem, opdat zo veel nieuws als vergezocht verhalen, begon ik te vragen wie, wat de vrouw die op deze manier heeft zou zijn en dat het runnen van zowat overal.
"Vrouw, zegt hij, Trimalchio, gelukkig en gezegend wordt genoemd, die wordt gemeten door de munten van een schepel., En nu is hij, nu wat was het? Verlenging van de genie te zijn om me dat je zou niet het brood uit haar hand om het te ontvangen.
Nu, noch wat ook niet waarom,Trimalchio topanta van de hemel, en het is.
Kortom, sprak hem met wijn op de middag als de duisternis is een zal het geloven. hij weet niet wat hij heeft, zozeer zelfs saplutus hij is, maar deze teef biedt alle dingen, en waar je zou denken.
Is gematigd, sober, van goede raadgevingen: maar zo veel goud je ziet. toch is het de kwade tong, en de taart kussen.
Wie hij houdt, hij houdt, die hij niet liefheeft, houdt niet van. Trimalchio heeft landgoederen,zo veel als een vlieger vliegen, miljonair miljonairs. het geld in de dragers van die kamer dan andere, dan dat iemand in het bezit van zijn heeft. Echter, de familie - Baba Baba! - Tiende van hen, die hun heer, ik denk dat hij moet weten dat ik echt niet. * En tenslotte, als een van deze domoor in de rue bladval. 'Maar vertel me, Gai, vraag ik, waarom kunnen we niet gelukkig gast? en zoals u weet-zegt hij-het,Trimalchio behalve het zilver, en de overblijfselen van de jonge mannen heeft verdeeld Laat een druppel water in zijn mond.