1. Proserpina in het bos. Quattor vriendinnen, ook hier zijn.
Ziet, de god, Pluto nadert. God vraagt:
"De meisjes, wat doe je?" Het meisje antwoordt:
"de bloemen, en we lezen dat hij hier speelt. Maar jij, wie ben jij? "
5. God lacht en zegt:
"Ik ben de god, Pluto. Ik woon in de Tartarus, waar hij is altijd de nacht.
Ik ben altijd alleen ".
Dan vraagt hij, Pluto (aan Proserpina):
"En wat u betreft, lieve jongedame, wie ben jij? Oh, hoe mooi je bent.
10 Gij vrouw (jou als vrouw) ik wil. "hebben
Proserpina, echter, angsten en slaat op de vlucht.
Wordt vertaald, even geduld aub..
![](//nlimg.ilovetranslation.com/pic/loading_3.gif?v=b9814dd30c1d7c59_8619)