nam quod me tam saepe et tam veheme

nam quod me tam saepe et tam vehementer obiurgas et animo infirmo esse dicis, quaeso, ecquod tantum malum est quod in mea calamitate non sit? ecquis umquam tam ex amplo statu, tam in bona causa, tantis facultatibus ingeni, consili, gratiae, tantis praesidiis bonorum omnium concidit? possum oblivisci qui fuerim, non sentire qui sim, quo caream honore, qua gloria, quibus liberis, quibus fortunis, quo fratre? quem ego, ut novum calamitatis genus attendas, quom pluris facerem quam me ipsum semperque fecissem, vitavi ne viderem, ne aut illius luctum squaloremque aspicerem aut me quem ille florentissimum reliquerat perditum illi adflictumque offerrem. mitto cetera intolerabilia; etenim fletu impedior. hic utrum tandem sum accusandus quod doleo, an quod commisi ut haec non aut retinerem, quod facile fuisset nisi intra parietes meos de mea pernicie consilia inirentur, aut certe vivus non amitterem?

Resultaten (Nederlands) 1:

voor de geest van een zieke man, en dat ik zo vaak en zo sterk obiurgas zeg je dat, ik smeek u, als er een om zo'n groot kwaad is geen ramp te zijn, we hebben een verklaring? Heeft iemand ooit zo veel van het grote landgoed, in een goed doel, ten aanzien van hun vermogen, en de wijsheid, genade en toen het viel, de bewakers van het welzijn van allen? Ik ben in staat om te vergeten wie ik was, voel me niet wie ik ben, wat ik mis eer, in wat glorie, waarmee het boek, wiens fortuin, die uw broer? Ik moet aandacht besteden aan een nieuw soort ramp, toen meer dan ik mezelf altijd gedaan, vermeed niet zien dat een van rouw squaloremque keek me aan toen ze weggingen bloeiende verloor haar adflictumque aanbod. IAgain ondraaglijk; Voor huilen materie. hier is het is dat ik beschuldigd te worden door het verdriet voel ik me, of omdat ze hebben gedaan om deze dingen te overwegen of te behouden, de vernietiging van die gemakkelijk een aantal van mijn plannen voor zijn moord had alleen binnen de muren van de mijn zijn geweest, of op zijn minst te verliezen in leven, niet?