XXIII. [64] Non ego iam cum huius v

XXIII. [64] Non ego iam cum huius vita, qua taetrius, miserius, detestabilius excogitare nihil possum, Platonis aut Archytae vitam comparabo, doctorum hominum et plane sapientium: ex eadem urbe humilem homunculum a pulvere et radio excitabo, qui multis annis post fuit, Archimedem. Cuius ego quaestor ignoratum ab Syracusanis, cum esse omnino negarent, saeptum undique et vestitum vepribus et dumetis indagavi sepulcrum. Tenebam enim quosdam senariolos, quos in eius monumento esse inscriptos acceperam, qui declarabant in summo sepulcro sphaeram esse positam cum cylindri

Resultaten (Nederlands) 1:

23. [64] Ik hoef niet op het moment dat zijn leven, die hij verdient om meer ellendig zijn, meer gruwelen dan alles wat ik kan bedenken, en Plato, Archytas van het leven of aan een van de artsen, de wijzen, en het vliegtuig te vergelijken: van de kleine man uit het stof, en de straal van dezelfde stad zal verhogen de nederige, die gedurende vele jaren na de werken van Archimedes . Toen ik quaestor werd genegeerd door de Syracuse, zei hij dat het was, volledig omringd door struiken van bramen en doornen, en het graf van. Want ik herinnerde rijmelarij bepaalde lijnen ingeschreven, zoals ik had gehoord, op zijn graf, waarin wordt gesteld dat een bol met een cilinder in de top van het graf