Marcus, Lucius Gaiusque waren in de markt; De menigte schreeuwde: 'Macte1 Scipio! Gefeliciteerd,
Afro! ' Mark vroeg: 'Waar cognomine2 Jongere genoemd?' Een van hen, die
stonden naast hem, antwoordde hij: 'Het is Africanus genoemd te worden door de senaat; En ja, zelfs
van de mensen dat heet Africanus. Maar vertel me, jongen: Door welke naam noem je jezelf '? En aan
zijn vrienden: 'Door welke naam genoemd wordt met de door u, jongens?' Onmiddellijk, Mark, antwoordde:
'Ik ben Mark belde, hij ons vrienden Crassus3 en Brutus4 noemt.' De vrienden en krachtig door met
schuld: 'Ziet toe aan jezelf, ...! Vehementer5 boos wij zijn. Altijd van u hardvochtig bespot.
Maar wij willen niet bespot worden. ' De man was al weg.
Wordt vertaald, even geduld aub..