Quae coniunctio umeri et formae dix

Quae coniunctio umeri et formae diximus. Peculiare est in iuncturam brachii osse quia coniungit duo brachii ossa. Solum cavendum est ad superiorem brachium articularis flexio brachium, duo respicit conversionem iuncturam brachii ossa inter se. Radius ad hoc quod aliquis habet. Causa finita est ex textus cubiti umerus humanae intra et extra current summae genus.

Resultaten (Nederlands) 1:

Wat is de relatie tussen de bovenarm en de formulieren die wij hebben gezegd. Aangezien hij samenkomt twee botten van de onderarm bot in het gewricht van de arm is een eigenaardige eigenschap. De bodem is het buigen van de arm van de articulaire zorg moet worden genomen als de bovenarm, kijkt terug naar de omzetting van de twee botten van het gewricht van de arm met elkaar. De straal van het feit dat een mens. De oorzaak van de menselijke binnen en buiten het ellebooggewricht, wordt de tekst vanaf de eindige is de meest uitstekende vorm.