Faustulus pastor est. Ad flumen gre

Faustulus pastor est.
Ad flumen gregem custodit.
Subito infantes audit.
Accedit et pueros videt.
Videt et lupam!
Pueri lupam haud timent.
Lupa pueris ubera praebet.
Sic pueri bibunt.
Faustulus cogitat:
‘Dei pueros protegunt,
nam flumen eos non submergit
et lupa eis non nocet.’
Faustulus pueros tollit et domum portat.
Pueros uxori tradit. Dicit:
‘Mihi et tibi dei favent,
nam filios nobis praebent.’
Femina ridet. Pueris nomina dat:
alterum Romulum, alterum Remum vocat.
Pueris mater est, sicut Faustulus eis pater est.

Resultaten (Nederlands) 1:

. Faustulus de herder van
de. Door de rivier schapen met een keeper
in een moment dat de kleine kinderen te controleren.
Bovendien, en de kinderen die hij ziet.
Hij ziet, en de wolf!
De jongens zijn niet bang voor de wolf.
Lupa zuigen aan de jonge mannen.
Zo is de jonge mannen hebben getrokken.
Faustulus denkt:
'God, de jonge mannen van de schilden, en
voor hen niet te worden overstroomd de
rivier, en een wolvin hen, het doet geen pijn.
'Faustulus een jongen, draagt ​​het huis.
Je bent zijn vrouw geeft hem. Ze zegt:
'Voor mij is de gunst van God, en voor u,
voor de kinderen van ons aangeboden.
"De vrouw is lachen. Hij geeft de namen van de vier jonge
mannen:. De andere met die van Romulus, Remus en de andere gesprekken
is de moeder van vier jonge mannen, net als de Vader is de Faustulus hen.